Wat is Toe BeSjewat Toe BeSjewat, de 15de dag van de Hebreeuwse maand Sjewat, wordt voor de eerste keer genoemd in de eerste misjna van het Babylonische Talmoed traktaat Rosj Hasjana, als het Nieuw Jaar van de bomen. Dit heeft halachische implicaties voor de berekening van de drie jaar van orla, gedurende welke periode alle vruchten van de boom verboden zijn, en voorts voor de vruchten van het Sjabbat-jaar en voor de berekening van de tienden. Vruchten die een bepaalde staat van ontwikkeling hebben bereikt vóór Toe BeSjewat worden niet samen vertiend met vruchten die in een later stadium rijp worden. Deze datum bepaalt ook welk soort tiende van toepassing is: Ma’aser sjenie – het tweede tiende – is van toepassing voor vruchten in het tweede jaar van de zevenjarige agrarische cyclus, terwijl ma’aser ani – het tiende voor de armen – voor vruchten uit het derde jaar geldt. (Of Toe BeSjewat het begin aanduidt van het sjemita-jaar voor vruchten is het onderwerp van een levendig debat tussen de halachische autoriteiten, en wordt geciteerd door de Rasjasj [Rabbi Sjlomo Straschun] en is te vinden aan het eind van de gemara.) Deze datum werd gekozen omdat dan de bomen beginnen te ontwaken uit hun winterslaap, zoals te zien is aan de bloesems van de amandelboom (een van de eerste bomen die begint te bloeien). Volgens Kabbalistische begrippen heeft deze dag betekenis als de tijd van het jaar, wanneer de winter begint voorbij te gaan. Licht wordt beschouwd als iets goeds, als een verlossing, terwijl duister beschouwd wordt als iets slechts, ongeluk. In de winter duurt het licht van de dagen kort en de duister van de nacht is lang. Dat begint een keer te nemen op Toe BeSjewat, dat beschouwd wordt als het eerste teken van een wedergeboorte vanuit de duisternis. De Kabbalistische geleerden maakten een soort „Sederavond” op Toe BeSjewat en dan dronken zij vier bekers wijn. De eerste bevatte witte wijn, een symbool van de levenloze winterslaap. De tweede beker bevatte een mengsel van witte en rode wijn, meer wit dan rood, de hernieuwde schepping, voortkomend uit de winterslaap symboliserend. De derde beker bevatte meer rode dan witte wijn en de vierde was compleet rood. De witte wijn symboliseert het bleke licht van de maan die gedurende de lange winternachten te zien is, terwijl de rode wijn het sterke zonlicht symboliseert. Wanneer wij naar het typische weerpatroon in Israël kijken, dan ontdekken wij dat daar hoofdzakelijk twee seizoenen zijn, de winter, of het regenseizoen, dat kort na Rosj Hasjana begint, en het droge zomerseizoen. Daardoor zijn de bewoners van Israël voor hun watervoorziening afhankelijk van de winterregens. Toe BeSjewat is de datum dat het merendeel van de winterse regens gevallen is. Een boom beschermt zich tegen de koude winter door in een soort winterslaap te gaan. De winterregens hebben geen positieve invloed op de ontwikkeling van de toekomstige vruchten van de boom, net zo min als de dorre bladen daarvan profiteren, maar afvallen. Echter met de komst van Toe BeSjewat begint het weer te veranderen. Het weer begint te wisselen: de ene dag koud en regenachtig, de volgende dag mooi en zonnig. De lente nadert. De dagen worden afwisselend warmer en de bomen beginnen hun voedingssappen te circuleren en te transporteren naar hun bladeren, die beginnen te fotosynthetiseren. De Israëlische amandelboom is de eerste die begint te bloesemen, kort na Toe BeSjewat, gevolgd door perzikken en abrikozen. Chanata is de beginfase van de vrucht-ontwikkeling, hetgeen kort nadat de bloesems van de boom zijn uitgekomen, begint. De Tanaïem verklaren dat wanneer de chanata na Toe BeSjewat optreedt, het grootste deel van het voeding van de vrucht afkomstig is van de regens van de winter van dit jaar, terwijl de vruchten die vóór Toe BeShewat gebloeid hebben (hetgeen heel zelden gebeurt), die werden gevoed van de regens van het vorige jaar. Bijna alle volken op de wereld vieren het begin van hun nieuwe jaar en wensen elkaar dan een „Gelukkig Nieuwjaar”. Joden kunnen dat viermaal per jaar zeggen! Vanaf de 1ste Nissan telt men de regeringsjaren van een Joodse Koning en het is het begin van de jaarlijkse feestcyclus. De 1ste Eloel is de datum voor het vertienden van de veestapel. De 1ste Tisjrei is de datum waarop de hele mensheid geoordeeld wordt, waarop de telling voor de sjemita- en Joweel-cyclus begint en voor het vertienden van groenten en graan. 15 Sjewat is het Nieuw Jaar van de bomen voor het vertienden van de boomvruchten. Het is de gewoonte om op deze dag van al de zeven soorten te eten, waarvoor het Land Israël bekend werd: Tarwe, gerst, druiven, vijgen, granaatappelen, olijven en dadels. In Israël planten schoolkinderen op die dag jonge boompjes.
|