DAF-Notities
Rosj Hasjana
Door Rabbi Mendel Weinbach, decaan Ohr Somayach
Daf
11a-b
De vier bevrijdingen
Vier historische bevrijdingen worden door Rabbi
Eliëzer genoemd in verband met Rosj Hasjana:
·
Op Rosj Hasjana werd in de
Hemel besloten dat de ontvruchtbare Sara, Rachel en Chana kinderen
zouden krijgen.
·
Op Rosj Hasjana werd Joséf
uit de gevangenis bevrijd.
·
Op Rosj Hasjana werden
onze voorouders uit Egypte bevrijd uit hun slavernij.
·
In de maand van Rosj
Hasjana – Tisjri – zal de uiteindelijke bevrijding van ons volk
plaatsvinden.
De bron van al deze bevrijdingen is de sjofar.
Zoals het geluid van de sjofar op Jom Kippoer in het Jowel-jaar
de vrijheid van de Hebreeuwse slaven aankondigde, zo zal het
geluid van de sjofar op Rosj Hasjana ieder jaar de mens van zijn
slechte neigingen bevrijden, die de oorzaak zijn van zijn zonden.
De bevrijding van de kracht van het kwaad is de
bron van alle hiervoor genoemde bevrijdingen. De menselijke
slavernij is niet beperkt tot ketenen. Fysieke handicaps,
politieke onderdrukking en economische afhankelijkheid zijn allen
vormen van slavernij. Het was alleen maar natuurlijk dat op Rosj
Hassjana, de dag van de bevrijding van de zondige behoeften, drie
grote vrouwen bevrijd zouden worden van hun fysieke handicap van
kinderloosheid. Dit patroon wordt herhaald bij de bevrijding van
de politieke onderdrukking, uitgedrukt in Joséfs bevrijding uit de
gevangenis, waar hij zo onrechtmatig in beland was. Het bereikt
nationale afmetingen wanneer onze voorouders op Rosj Hasjana uit
de slavernij van de economische afhankelijkheid van hun Egyptische
meesters bevrijd worden.
Maar de uiteindelijke nationale bevrijding moet
nog komen en die zal eveneens worden ingeluid met het geluid van
de sjofar. „En het zal gebeuren op die dag dat de grote sjofar
geblazen zal worden” (Jesjajahoe 27:13). Dit is het geluid
van de sjofar dat zowel het einde van Israëls gehoorzaamheid aan
de andere volken zal inluiden als het einde van de verleiding van
de mensheid aan het kwaad.
Daf 16a
Gebed voor en na
Is er een verschil tussen een gebed waarin men
vraagt te worden gespaard van ziekte en een gebed voor herstel?
Deze vraag komt op met betrekking tot de
doeltreffendheid van onze gebeden voor de gezondheid van
Tora-Geleerden. Rabbi Joséf suggereert dat zulke gebeden alleen
zinvol zijn volgens de mening van Rabbi Jossi, die zegt dat de
mens iedere dag berecht wordt. Maar volgens de andere Geleerden
wordt de mens alleen op Rosj Hasjana en Jom Kippoer berecht. Wat
is dan volgens hen het nut van dergelijke gebeden gedurende de
rest van het jaar?
Het probleem met deze benadering is dat die andere
Geleerden er zeker mee instemmen dat wij in onze dagelijkse
gebeden de tefilla voor refaénoe [de 8ste
beracha van Sjemonee Esree] opnemen, waarin wij Hasjem
vragen om herstel voor alle Joden van hun ziektes. Wat heeft dat
voor zin als alles reeds aan het begin van het jaar beslist is?
Tosafot citeert een oplossing van Rabbeinoe Tam,
die onderscheid maakt tussen gebeden ter voorkoming van ziekten en
gebeden voor herstel. Op Rosj Hasjan zal inderdaad beslist worden
of iemand ziek zal worden gedurende dat jaar, maar er is dan nog
geen beslissing genomen of men daarvan zal herstellen. Dus het
gebed voor herstel heeft wel degelijk zin.
Dit is de betekenis van de verklaring van de
Gemara van de gebeden die Rabbi Joséf noemt. Deze gebeden „voor de
zieken en zwakken” zijn bedoeld voor het herstel van de zieke en
voor een blijvende goede gezondheid van de Tora-Geleerden, die
verzwakt worden door hun intensieve Tora-studie. Terwijl het gebed
om gezond te blijven alleen volgens Rabbi Jossi effectief lijkt te
zijn, volgens wie er tweemaal per dag rechtspraak is, zijn de
gebeden voor herstel – zoals in refaénoe of in gebeden voor
een zieke – effectief volgens iedereen. |